Afgelopen vrijdag draaide ik groep 7/8 van onze Jan Harmenshof.
Aan het einde van de middag, na toch al een boeiende (actie) week schreef ik het onderstaande.
In de komende maanden zal ik 1 vrijdag per maand op een van de andere scholen ook een dagje ‘invallen’.
De scholen konden dit bij mij aangeven.
Meester….
Nu ik inmiddels in mijn bestuurlijk leven regelmatig voor hete en minder hete vuren sta (ga maar eens het gesprek aan over het sluiten van een zeer kleine school in een hechte dorpsgemeenschap) is zenuwachtig zijn niet vaak meer onderdeel van mijn dagritme. Anders is het deze dag, een dag waarop ik binnen enkele minuten 30 kinderen van 10,11 en 12 jaar voor mijn neus krijg. Een dagje lesgeven in Geldermalsen op een van onze scholen. Het maakt dat de leerkracht de verdiende vrije dag krijgt en ik het gevoel van het lesgeven hervind. De positie van de leerkracht aan den lijve ervaar. En buiten dat, een buitengewoon leuke dag heb. Mes aan diverse kanten toch?
‘Meester’, ik geef het eerste kwartier de gelegenheid om elkaar te leren kennen, ‘meester, bent u vroeger wel eens gepest’? De vraag is veelal een spiegel van de vraagsteller bedenk ik mij. Daarom is deze vragenronde ook zo mooi. Nee zeg ik, ik zat op een slechte basisschool en daarom pestte ik andere kinderen. Geen meester of juf heeft er iets van gezegd en ik voel me er nog slecht over. ‘Vaak’, zegt de onderwijsassistent gevat, ‘hebben pesters ook een reden om te pesten’. ‘Ja’, zeg ik de klas, ‘dat klopt. Ook al is het nooit goed, het was omdat er niemand naar mij luisterde denk ik’. ‘En jij?’, vraag ik de vragensteller? ‘Ik weet niet of mijn klasgenoot het als pesten ervaart, we plagen hem wel vaak’. Ik zeg hem als slot van deze introductie: ‘vraag het hem eens, vraag eens hoe hij dat ervaart’.
De dag is nog maar net begonnen, mijn zenuwen zijn verdwenen. Het praten met kinderen is gesneden koek, de stof die maak ik me wel eigen. Ik worstel me echter door de gedrochten van handleidingen die ik niet meer herken en loop vast in de digitale gereedschappen van deze tijd. Inlogcode kwijt, andere browser, digitale software….
Structuren van een school die natuurlijk niet de mijne kunnen zijn, je past je in de dag, verwondert, verblijdt, aanschouwt en past je aan.
Ik zie het snoeiharde werken, voel de dynamiek. Ik ervaar de zorg bij vele van de kinderen in mijn klas van een dag. Welk verhaal zit er achter deze leerling? Aan het einde van de dag zegt een leerling het prachtig:
‘De juf begrijpt hem erg goed, ze gaat achter hem staan en knuffelt hem, geeft hem veel liefde, dan wordt ie weer rustig.‘
Ik ben onder de indruk van de juf en nog meer onder de indruk van het meisje dat mij dit vertelt. Zij doorziet het, zij ziet dat liefde het antwoord is op het gedrag van haar klasgenoot. Ik smelt.
Ik worstel mij door de vragen van de toets, hoor het gekraak van de hersenen van de jongen die zich door de sommen heen worstelt, ik sleep hem er doorheen. Tenminste dat denk ik.
We rennen, maken plezier, juichen bij de 11 tredes van de shuttle run van het meisje (loop eens mee en weet hoe hard dat is!) en komen tot het einde van de dag.
Enigszins uitgeput van de week en de uitdaging van deze ene dag plof ik nog even bij de directeur op de stoel. Ik geef haar wat waarnemingen, zij deelt mij een aantal verhalen van de kinderen. Ik denk aan de grote steden problematiek die zich steeds maar manifesteert. En luister stomgeslagen verder naar haar verhalen. ‘Jeroen, dit is nog maar het topje dat ik je vertel’.
Ik was weer een dagje meester voor de klas. De klas met dertig prachtige kleurrijke kinderen. Ik kan mij bijna geen boeiender vak voorstellen dan dit.
Ik hoop dat ik een heel klein lichtje heb kunnen laten branden vandaag. Lichtje van kennis, van troost, van ‘ik zie je’.
En ik weet weer dat we onze goede leerkrachten moeten koesteren. Het is een prachtvak. Dat is het.