Onlangs heeft ‘het openbaar onderwijs’ de algemene kernwaarde geactualiseerd.
Gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting zijn waarden waar we in het openbaar onderwijs voor staan.
Meer hierover vind je op de volgende website: www.openbaaronderwijs.nu
Met deze kernwaarden in gedachten schreef ik een artikel op LinkedIn dat ik hieronder zal overnemen.
Daarnaast heb ik met belangstelling aan de directeuren gevraagd in hoeverre de kleur van Zwarte piet in onze scholen al naar een roetveegpiet is veranderd.
Ik was blij verrast te vernemen dat dit op heel veel van onze scholen het geval is. In veel situaties ondanks de mores van het dorp en/ of de ouders.
Ik ben van mening dat we hier als openbaar onderwijs een voorbeeldfunctie in dienen te nemen, soms tegen de stroom in.
Enkelen vragen aan mij een bestuursstandpunt in te nemen. Tot op heden heb ik daar niet voor gekozen omdat ik weet dat dit standpunt tot onrust zal kunnen leiden dat bij leerkrachten en directeuren terecht zal gaan komen. Dat is nogal makkelijk standpunt innemen als de ellende bij de ander terecht komt.
Ik gun daarom ook iedere school haar tempo in dit proces, en vertrouw er op dat iedere school in ieder geval een bewuste afweging maakt in de stappen verder weg van de Zwarte Piet.
In hetzelfde kader mag je het volgende artikel lezen.
Ook hiervan mag ik hopen dat er bij Fluvium scholen zijn om dit thema aan te raken, wellicht volgend schooljaar ook aansluiten bij de Paarse Vrijdag. Al is het maar omdat je er 1 kind in je klas of meerdere in je school eens het podium kan bieden.
Mocht je denken dat het fijn is om mij daarbij in te zetten dan mag je mij daar altijd voor uitnodigen.
Jeroen
Een goede grap (artikel op LinkedIn geplaatst)
Gisteren, 11 december, was het Paarse Vrijdag. De dag waarop de gelijkwaardigheid van ieder mens op scholen wordt ‘gevierd’. Een dag waarop er dit jaar op 500 basisscholen werd gesproken over homoseksualiteit, transgender, of een van de andere ‘bijzonderheden’ uit de LHBTI+ gemeenschap.
Bij het jeugdjournaal zag ik hoe kinderen van de bovenbouw, met een homoseksuele leerkracht, zeer open met elkaar over dit thema spraken. Jongens met gelakte nagels, regenboogvlaggetjes op hun wangen. Een feest van gelijkwaardigheid. Op twitter liet ik weten dat mij die Paarse Vrijdag wel welkom was geweest tijdens mijn jeugdtijd. Het enige moment dat homoseksualiteit in mijn omgeving werd besproken was het moment van dronkenschap tijdens verjaardagen waarbij mijn familie luid kon vertellen dat homoseksualiteit in hun familie niet voorkwam. En anders zouden de mannen het er wel uitslaan.
Op andere momenten werd het gebruikt als humor, of scheldwoord. Op tv waren de homo’s nichten, in toneelstukken hadden ze gekke stemmetjes en liepen ze met slappe handjes over het podium. En op het schoolplan werd ieder watjes gedrag becommentarieerd met ‘homo’. Altijd was de homo een uitzondering, nooit iemand tot wie je zou willen behoren of verhouden.
Inmiddels zijn we zo’n 50 jaar verder in de tijd. Er zijn nog steeds vrienden van me die vinden dat er voor mij geen enkele aanleiding is geweest mijn gevoelens te negeren zoals ik een half leven heb gedaan. Het zijn dezelfde vrienden die vinden dat er geen reden is om zwarte piet te veranderen. Ook Youp van ’t Hek is die mening toegedaan, tenminste over zwarte piet is hij nu wat bijgedraaid heb ik begrepen, maar pisnichten roept hij te pas en te onpas in ieder interview omdat hij vindt dat het kan.
Dat het kan is wel bewezen, hij mag het doen en hij doet het ook graag.
Wat me wel opvalt in dit geheel is dat het altijd de mannen (vooral mannen) van een meerderheidsgroep zijn die vinden dat het toch ‘zou moeten kunnen’.
Misschien is het wel omdat zij nooit zullen weten wat het is om tot een minderheid te behoren?
Altijd ben ik gevoelig geweest voor het wegzetten van mensen, in hoe ze er uit zien, waar ze vandaan komen of in wat ze doen. Misschien wel omdat ik me altijd tot die (stille) minderheid heb gevoeld.
Ik ben gek op goede grappen, vooral als ze intelligent zijn opgebouwd en in sommige gevallen mensen aanzet tot denken, op een verkeerd been zet. Zoals bijvoorbeeld Theo Maassen dit kan doen. Niet zelden zet hij zichzelf daarbij te kakken en neemt het publiek daarin mee. Youp en anderen vinden het vooral leuk om de minderheid te kwetsen, om ten koste van de ander het podium te kunnen beklimmen.
Eigenlijk nogal kinderachtig maar meer nog pijnlijk voor al die generaties die hiermee weer een stapje extra nodig hebben om zichzelf te kunnen zijn. Het is makkelijk roepen van de overkant om niet zo moeilijk er over te doen. Misschien is het beter om je mond te houden en een hand te reiken.
Daar worden we met elkaar mooier van.