Drie jaar geleden kreeg ik de kans om bestuurder te mogen worden in een voor mij nogal onbekende omgeving. Nou ja, ik liep er wel eens de Bloesemtocht en op mooie lentedagen fietste ik er wel eens doorheen. Pittoresk langs de mooie Linge en over mooie dijken.
Na twintig jaar onderwijs op diverse plekken in het land, half jaartje Amsterdam, dacht ik wel een aardig beeld te hebben van het onderwijsveld.
Dat dacht ik. Maar niets zo boeiend als het onderwijs.
Het is altijd net even anders dan je zou denken.
Het bestuursvak is boeiend, het is anders dan alles dat ik eerder deed.
Al vergelijk ik het met liefde met het vak van leerkracht, of van directeur, de vakken die ik eerder met veel liefde heb uitgevoerd.
Je geeft leiding, verbindt, en zorgt dat men excelleert naar een hoger doel. Een gezamenlijke ambitie.
De leerkracht met haar kinderen, de directeur met haar team en ik met mijn directeuren.
Alles met één centraal doel, fantastisch onderwijs geven. En natuurlijk daarnaast nog zoveel andere ambities.
Maar goed, even terug naar de regio, de Betuwe.
Zo kleurrijk als de bomen in de lente zijn, zo kleurrijk is het onderwijs.
Die prachtige Betuwe is door landelijk beleid ruw doorsneden om de infrastructuur in ons land op peil te houden.
Diverse snelwegen doorkruisen het landschap, spoorbanen (de Betuwelijn!) zorgen voor vreemde structuren en de natuur met al haar rivieren doet de rest.
Dorpen geografisch naast elkaar gelegen zijn van elkaar losgesneden.
En daar waar dat niet het geval is, waar dorpen ogenschijnlijk in elkaar overlopen, heerst er soms nog een echte (stille) dorpsstrijd waarvan de oorsprong in het verre verleden ligt.
De scholen, onze openbare scholen, zijn daarin een ware afspiegeling van de maatschappij. Ik moet denken aan ‘boeren, burgers en buitenlui’, misschien is dat wel een treffende samenvatting. De boeren, tuinders, boomkwekers, die er van oorsprong zijn. Geboren en getogen, harde werkers vaak met een eigen bedrijf. Noeste arbeid. De burgers, zoals je ze eigenlijk overal aantreft en de buitenlui. De stadsen die de dorpen intrekken. Export noemden wij ze vroeger in mijn dorp.
Maar misschien hier ook wel de buitenlui van vele kinderen die door niet altijd vrolijke omstandigheden in de dorpen zijn neergestreken. Sommige dorpen met een zeer laag gemiddeld inkomen. Dorpen die vele vluchtelingengezinnen weten op te vangen. Kinderen die de taal niet machtig zijn en met een flinke rugzak aan bagage aan hun nieuw bestaan werken.
De scholen, mijn directeuren en intern begeleiders en alle andere medewerkers, hebben hun ambitieuze handen er vol aan.
Het zijn scholen die zich, in een gedeelte van ons gebied, weten stand te houden in een streng Reformatoriische omgeving. Een van de dorpen kent de laagste vaccinatiegraad van ons land. In de schaduw van de grote kerkgebouwen wordt er liefdevol openbaar onderwijs gegeven aan kinderen die het in ons land misschien wel het hardste nodig zullen hebben.
Onlangs werd ik uitgedaagd om mij te verdedigen tegen de uitspraak dat we onderwijs geven in een niet grootstedelijk gebied. in die uitspraak lag het dédain ingesloten. Naar mijn medewerkers en ook naar mij als bestuurder.
Er klonk een minachting naar het werk, naar de verrekt moeilijke omstandigheden waarin we dat doen in een soms ingewikkeld politiek spel in onze kleine dorpsscholen.
Vanuit mijn woonplaats Utrecht rijd ik in een half uurtje naar de omgeving van mijn scholen. Veelal kleine scholen met een rijke historie. Scholen in gemeentes die slechts een fractie van beschikbare gelden hebben dan onze grote steden in het land.
In hetzelfde half uur zou ik in hartje Amsterdam zijn. Ik mocht er eens een periode werken in een bovenschoolse organisatie. Ik zag er eerlijk gezegd maar weinig verschil in de kern van de zaak. De leerkracht voor de klas met al die uitdagingen om de kinderen het allerbeste te kunnen geven.
Ik wil er maar mee zeggen, stedelijk, landelijk. Er wordt nogal eens een vergissing gemaakt met het zogenaamde verschil dat er lijkt te zijn.
Voor kinderen, leerkrachten, directies en bestuurders.
We worstelen veelal met hetzelfde of anders gezegd, we hebben veelal dezelfde uitdagingen. Ik ben blij dat ik drie jaar geleden de rit naar de Betuwe heb gemaakt om deze nieuwe wereld te ontdekken. Om met nog meer overtuiging te kunnen zeggen; het onderwijs is misschien wel het mooiste vak van de wereld. Waar je, van Betuwe tot de grote stad, altijd, iedere dag het verschil kan maken.
En in ons geval zou ik willen zeggen: wees Welkom bij Fluvium openbaar onderwijs.
Waar de leerkracht het beste voor de leerling zal geven, doen onze directeuren dat voor hun leerkrachten en wij als bestuur en staf voor al onze medewerkers.
Om het beste voor de kinderen te kunnen geven.
Omdat ze maar een kans krijgen op een geslaagde basisschooltijd.