Onze kleine / compacte scholen staan onder druk. Het werken op een compacte school met een klein team is kwetsbaar. Als stichting zijn we met elkaar continu aan het kijken hoe we op onze compacte scholen de kwaliteit bewaken en of het financieel haalbaar is. We zijn ons beleid en visie op  ‘compacte scholen’ aan het herijken. Hoe lang houden we onze scholen in stand, wanneer moeten we in gesprek over samenwerking of opheffen? In het verleden sloten we bij Fluvium al scholen in Enspijk, Buurmalsen en IJzendoorn. Ook in onze regio sluiten scholen, dit schooljaar nog in Rijswijk. Als stichting zullen we ons uiterste best doen om de compacte dorpsschool te laten bestaan. En in kernen met meerdere scholen zijn we in gesprek over samenwerking, in welke vorm dan ook.

Financieel zijn we afhankelijk van extra middelen voor kleine scholen, de zogenaamde ‘kleine scholentoeslag’. De huidige regering wil daarvan af. Zij wil dit ombuigen in ‘dunbevolktheidstoeslag’. Dit om te bevorderen dat kleine scholen in de grote steden opheffen. Zodat er minder (maar grote) scholen overblijven in de randstad. De plannen van het ministerie hebben ook gevolgen voor ons als de gemeentelijke opheffingsnorm gehanteerd zou worden.  Deze is voor West-Betuwe 60 leerlingen en voor gemeente Neder Betuwe 99 leerlingen. Alle scholen onder deze aantallen zouden dan moeten opheffen.

Er zijn op dit moment diverse gesprekken gaande met profielorganisaties en met het ministerie. Ik probeer daar zoveel mogelijk aanwezig te zijn om ons Fluvium verhaal voor het voetlicht te brengen. Om op te komen voor onze mooie compacte scholen in de Betuwe! Ook als ze kleiner zijn dan de opheffingsnorm. Aaanstaande woensdag ben ik daarom in Apeldoorn om aldaar met het ministerie te overleggen en onze belangen te vertegenwoordigen.

Pim